Datum: 6 april 1893
Locatie: Olympic Club, New Orleans, Louisiana, Verenigde Staten
Deelnemers: Andy Bowen vs. Jack Burke
Wedstrijduur: 7 uur en 19 minuten
Aantal ronden: 110
Uitslag: Onbeslist
Een strijd buiten de grenzen van het menselijk kunnen
In de geschiedenis van het boksen zijn er talloze gedenkwaardige gevechten geweest. Denk aan Ali vs. Frazier, Tyson vs. Holyfield, Mayweather vs. Pacquiao. Maar één wedstrijd staat los van al deze klassieke confrontaties: het gevecht tussen Andy Bowen en Jack Burke in 1893. Niet vanwege de techniek, niet vanwege de titelgordel, maar vanwege de absurde lengte. Dit was niet slechts een bokswedstrijd – het was een uithoudingsslag van bijna acht uur, een gevecht dat de menselijke grenzen tartte en een kantelpunt werd in de geschiedenis van de sport.

De context: een andere tijd, een ander boksen
Om dit gevecht te begrijpen, moeten we terug naar het eind van de 19e eeuw. Boksen was toen nog volop in ontwikkeling en lang niet zo gereguleerd als vandaag. De regels van de Marquess of Queensberry, die rond 1867 waren ingevoerd, hadden het boksen weliswaar formeler gemaakt (met handschoenen, rondes, en scheidsrechters), maar veel zaken waren nog onduidelijk of flexibel, zoals het aantal ronden of de medische begeleiding.
Boksen was bovendien een volksvermaak. Men kwam niet alleen voor een sportief duel, maar voor sensatie, geweld, heroïek. En dat was precies wat men kreeg op 6 april 1893 in New Orleans.
De boksers: Andy Bowen en Jack Burke
Andy Bowen was een lokale favoriet uit New Orleans. Snel, behendig en technisch goed onderlegd. Hij had een zekere flair die het publiek aansprak, en hij had al meerdere indrukwekkende overwinningen op zijn naam staan. Voor de inwoners van Louisiana was hij een volksheld.
Jack Burke kwam uit Galveston, Texas. Hij stond bekend als taai en onverzettelijk – een bokser die je moest uitputten om hem te kunnen verslaan. Hij had geen indrukwekkende recordreeks, maar stond bekend als iemand die nooit opgaf.
Hun gevecht ging om de vacante lichtgewichttitel. De verwachtingen waren hooggespannen, en de Olympic Club zat bomvol.
Het begin van een lange nacht
De wedstrijd begon rond 21.00 uur. In de eerste rondes voelden de boksers elkaar af, wat normaal is. Ze leken aan elkaar gewaagd. Het publiek moedigde beide mannen enthousiast aan, in afwachting van een knock-out of op zijn minst een duidelijke beslissing.
Maar die beslissing kwam niet. Ronde na ronde bleven de mannen vechten. Er waren geen zware knockdowns. Geen overduidelijke dominantie. Iedere ronde leek meer op een herhaling van de vorige. De scheidsrechter noteerde de punten, maar het verschil was miniem.
Het publiek bleef eerst enthousiast. Maar toen de klok middernacht sloeg, werd het stiller. De sfeer veranderde. Mensen keken elkaar verbaasd aan: hoe lang gaat dit nog door?
Lichamelijke aftakeling in het zicht van de eeuwigheid
Naarmate het gevecht vorderde, veranderde de aard van de strijd. Dit was geen sportief duel meer – het was een test van pure wilskracht en lichamelijke overleving.
Andy Bowen brak naar verluidt zijn beide handen ergens na de 70e ronde. Jack Burke liep verwondingen op aan zijn gezicht, handen en ribben. Zijn handen waren zo zwaar beschadigd dat hij nauwelijks nog fatsoenlijk kon slaan.
Beide mannen begonnen langzaam te bewegen. Hun benen gaven signalen van uitputting. Ze leunden soms op elkaar, hapten naar adem, wankelden van vermoeidheid. De stoten hadden geen kracht meer. Het was alsof twee schaduwen in de ring stonden, gedreven door pure koppigheid.
Toeschouwers begonnen de zaal te verlaten. Anderen gingen slapen in hun stoelen of op de vloer. Sommigen waren inmiddels al acht uur aanwezig.
Ronde 110 – en het einde van de waanzin
Toen de 110e ronde werd aangevangen, was het duidelijk dat geen van beiden nog door kon. De scheidsrechter, John Duffy, besloot dat het genoeg was geweest. Hij verklaarde het gevecht onbeslist, simpelweg omdat geen van beiden nog in staat was door te vechten, maar ook omdat geen van beiden ooit neer was gegaan of had opgegeven.
Het was inmiddels half vijf ’s ochtends.

De nasleep: psychologische en lichamelijke gevolgen
De gevolgen voor de boksers waren zwaar. Jack Burke had zoveel schade opgelopen aan zijn handen dat hij maandenlang niet meer kon boksen. Sommige bronnen stellen zelfs dat hij nooit meer volledig herstelde. Andy Bowen leek het er fysiek beter vanaf te brengen, maar psychologisch was het gevecht een klap.
Tragisch genoeg zou Bowen slechts twee jaar later overlijden tijdens een bokswedstrijd, nadat hij viel en zijn hoofd hard op de mat sloeg. Het illustreert hoe gevaarlijk boksen in die tijd was – zonder medische ondersteuning of beschermende regels.
De impact op het boksen
Hoewel de wedstrijd op het moment zelf niet werd beschouwd als iets dat gereguleerd moest worden, zou het later als voorbeeld dienen in discussies over sportveiligheid. Het gevecht werd een waarschuwend verhaal:
- Waarom waren er geen limieten aan het aantal ronden?
- Waarom was er geen medische controle aanwezig?
- Moeten boksers tegen zichzelf worden beschermd?
Uiteindelijk leidde dit soort uitwassen tot strengere regelgeving, zoals het instellen van een maximumaantal ronden (in de loop van de 20e eeuw werd dit eerst 15, daarna 12). Ook kwamen er medische tests, verplichte rust, en regels rond blessures.
Waarom dit gevecht nooit vergeten mag worden
Het gevecht tussen Bowen en Burke is een historisch monument. Niet vanwege de schoonheid van het boksen, maar juist vanwege de extremiteit. Dit gevecht laat zien waartoe mensen in staat zijn wanneer ze weigeren op te geven. Het toont de fysieke en mentale tol die topsport kan eisen, zeker in een tijd zonder bescherming of grenzen.
Het is ook een herinnering aan de evolutie van boksen – van een ruwe, ongereguleerde strijd naar een professionele, gestructureerde sport met oog voor de gezondheid van de atleten.
Tot slot
De langste bokswedstrijd ooit is niet slechts een curiositeit in de geschiedenisboeken. Het is een symbool. Van strijdlust. Van doorzettingsvermogen. Maar ook van de gevaren van een sport zonder grenzen.
De namen Andy Bowen en Jack Burke zullen misschien niet zo vaak genoemd worden als Ali, Tyson of Mayweather – maar in de annalen van het boksen hebben zij iets gedaan wat niemand ooit nog heeft geëvenaard.
110 ronden.
7 uur en 19 minuten.
Twee mannen.
Geen winnaar. Alleen geschiedenis.